MOTORBANDEN
Grip is het belangrijkste kenmerk. Dit bepaalt hoe hard u kunt remmen, optrekken maar ook door de bocht kunt gaan zonder slippen. Dus kort gezegd is grip veiligheid. Daarin zijn contactvlak, temperatuur en rubbersamenstelling belangrijke factoren. De groeven in de band zijn nodig om het water af te voeren. Dus op droge zonnige dagen kunt u beter een band hebben met weinig profiel, dit betekent meer contactvlak met de weg. Rijdt u ook veel in de regen dan is het verstandig om een band te nemen die ook goed water afvoert.
Inrijden
Als de banden gemaakt worden in de mal, wordt er een soort verwijder-was gebruikt om de band uit zijn mal te pakken. Deze was maakt een nieuwe band extreem glad. Om deze reden is het belangrijk de band de eerste 30-50 km rustig in te rijden zodat de was van het oppervlak van de band verwijderd wordt en deze zijn normale grip kan bieden. Gedurende deze eerste tientallen kilometers wordt het aangeraden om progressief te handelen, net als u zou doen bij rijden op gladde ondergrond; geen plotselinge acceleratie, remmen of van richting veranderen en geleidelijk nemen van bochten.
Luchtdruk
De bandenspanning dient koud gemeten te worden. Een koude band is een band die sinds ten minste 2 uur niet meer heeft gereden of die minder dan 3 km heeft afgelegd in een matig tempo. De spanning neemt toe naarmate de temperatuur stijgt. Trek bij het meten van een warme band 0,3 bar af om tot een gelijke waarde te komen als voor een koude band. Niet de juiste bandenspanning zal slechte, instabiele rijeigenschappen, slechte grip, hogere slijtage en oncomfortabel motorrijden tot gevolg hebben.
Slijtage
Het slijtagepercentage van de band wordt afgelezen dankzij de slijtage-indicatoren die zich in het profiel bevinden. Wanneer de slijtage-indicator is bereikt, is het tijd om de band te vervangen omdat deze indicator aangeeft dat de band de wettelijk minimum rubberdikte heeft bereikt. Het wordt zelfs aangeraden om niet tot zover te wachten voor het vervangen van de voorband. Niet in het minst omdat met het slijten, de groeven van het profiel aan diepte verliezen en daarmee de capaciteit om water af te voeren. In verhouding tot bij een nieuwe band bestaat bij regenachtig weer meer gevaar voor aquaplaning wegens het verlies aan grip. Als de indicator eenmaal is bereikt dan heeft de band zijn capaciteit voor het evacueren van water verloren.
Tot slot veroudert een band, zelfs zonder ermee te rijden, eenvoudigweg door de tijd die verstrijkt. Het materiaal en de structuur van de band beginnen hun kwaliteit te verliezen. Deze veroudering uit zich vaak in het verschijnen van haarscheurtjes.
